De nieuwe algemene begraafplaats ligt tussen de spoorbaan, Wijkamplaan, Lepelaarstraat en Eemdal 5, met de ingang aan de Wijkamplaan.
Een commissie startte in 1913 met de voorbereidingen, en in 1914 werd grond van het Koninklijk huis gekocht. Op 29 januari 1915 besloot de gemeenteraad tot de aankoop van 3000 m² grond voor 45.000 gulden.
Deze aankoop ging echter niet zonder problemen, want op 13 februari 1915 bleek het een uitdaging om het benodigde geld te lenen. Uiteindelijk gaf de Raad van State op 9 april 1915 goedkeuring voor een lening van 55.000 gulden.
In de zomer van 1915 begonnen de voorbereidingen echt vorm te krijgen. Op 7 augustus 1915 ontwierp de afdeling Publieke Werken, in opdracht van de commissie, nieuwe tekeningen voor de begraafplaats, gebaseerd op die van de begraafplaats in Nijmegen. De behandeling van deze tekeningen vond plaats op 28 augustus 1915.
Op 7 september 1915 werd een voorstel gedaan voor een bedrag van 104.000 gulden voor de aanleg van de begraafplaats, wat uiteindelijk werd goedgekeurd op 25 september 1915. Met de goedkeuring van de plannen werd op 27 november 1915 de lening van 104.000 gulden veiliggesteld.
In de daaropvolgende jaren werden er verschillende belangrijke stappen ondernomen om de begraafplaats operationeel te maken. Naast de ingang werden een dienstwoning en aula gebouwd, in Oost-Indische stijl. En een gedeelte van de aangekochte grond werd bewerkt grond opgebracht bomen en struiken gepland .
Op 27 september 1918 werd een voorstel gedaan om sollicitanten op te roepen voor diverse functies. Slechts een week later, op 3 oktober 1918, deelde de voorzitter mee dat de nieuwe algemene begraafplaats zo goed als klaar was. Dit werd gevolgd door de bekendmaking van een nieuwe verordening op 24 oktober 1918, die de regels en voorschriften voor de begraafplaats vaststelde. In die verordening besloot de gemeenteraad de begraafplaats in zes klassen te verdelen, van klasse 1 (voor mensen van stand) tot klasse 6 (voor de armste mensen). Prijzen varieerden afhankelijk van de klasse en grootte van de grafruimte:
Klasse 1: grafruimten van 10-50 m², prijs 50 gulden/m², begraven 75 gulden.
Klasse 2: grafruimten van 3 m lang en 1,5 m breed, prijs 100 gulden; dubbele grafruimten 175 gulden. Begraven kost 30 gulden.
Klasse 3: grafruimten van 2,25 m lang en 1,25 m breed, prijs 25 gulden; dubbelgraf 40 gulden. Begraven kost 10 gulden.
Klasse 4: grafruimten van 2,25 m lang en 1,25 m breed, prijs 8 gulden, begraven 2,50 gulden.
Klasse 5: grafruimten van 2,25 m lang en 1,25 m breed, prijs 5 gulden, begraven 1 gulden.
Klasse 6: grafruimten van 2,25 m lang en 1,25 m breed, begraven voor 12 uur gratis, na 12 uur 2 gulden.
Met deze nieuwe indeling en prijsstructuur werd de begraafplaats veel toegankelijker voor alle lagen van de bevolking. De gemeenteraad hoopte daarmee een eerlijke en respectvolle plek te creëren voor het afscheid nemen van geliefden, ongeacht hun financiële situatie.
Uiteindelijk werd op 4 december 1918 een voorstel gedaan voor de benoeming van een beheerder om de dagelijkse gang van zaken op de begraafplaats te regelen.
In 1936 vond de eerste uitbreiding van de begraafplaats plaats (op het stuk dat al was aangekocht maar nog niet bewerkt) en werd deze openbaar aanbesteed. De jaren daarna waren gevuld met vele belangrijke ontwikkelingen die de begraafplaats verder moderniseerden en verbeterden.
In 1947 werd een begrotingsrapport naar de Burgemeester en Wethouders gestuurd met het verzoek om verlichting aan te leggen bij de aula en het lijkenhuis, evenals een hekwerk langs de Eikenboschweg.
Dit werd gevolgd door een tweede uitbreiding in 1950, ontworpen door de Heidemij.
Op 4 april van hetzelfde jaar werd besloten een begraaftoestel aan te kopen, wat een belangrijke stap was in het verbeteren van de faciliteiten.
Een ander significant moment vond plaats op 28 september 1951, toen de Eikenbosweg werd vernoemd naar J. Wijkamp (1879-1951), wethouder van Baarn, en het nieuwe adres werd Wijkamplaan 71.
In 1954 werd een trekwagen aangeschaft die dienst deed tot 1975.
In 1968 werd een stuk grond van het Koninklijk Huis gekocht, ter grootte van 2,50 hectare, waarmee een volgende uitbreiding een feit werd. In datzelfde jaar werd het woonhuis verbouwd tot een kantoor met twee rouwkamers, aangezien er nog geen rouwcentrum in Baarn was, werd bijna iedereen hier opgebaard.
De aula werd in 1974 opgeknapt en aan de achterzijde werd een stuk bijgebouwd door de Fa. W. le Duc. Opmerkelijk is dat de vrouw van de oprichter van deze firma na de verbouwing in 1974 op 6 mei als eerste vanuit de vernieuwde aula werd begraven. Enkele dagen later was de officiële oplevering aan de gemeente Baarn, waarbij de aula ook een geluidsinstallatie en een orgel kreeg.
In hetzelfde jaar werd de trekwagen vervangen door een ijzeren hond met motor, beter bekend als een melkboerskar, en er kwam een nieuwe schuur met werkplaats. In die tijd waren er vijf medewerkers verantwoordelijk voor het gehele onderhoud van de begraafplaats.
Verder kwam er een nieuwe verordening voor het aanbrengen van gedenktekens, wat een stap vooruit was in het bieden van meer mogelijkheden voor persoonlijke en respectvolle herdenkingen.
In de jaren daarna onderging de begraafplaats verdere veranderingen en moderniseringen. In 1980 waren er nog maar drie medewerkers in vaste dienst, en het graven van graven werd overgelaten aan externe arbeidskrachten. Vanaf 1984 nam een aannemer het graafwerk over en gebeurde dit machinaal.
De aflegruimte naast de aula bleef tot en met 1985 in gebruik. Hier vond ook sectie plaats, onder andere door dokter Zeldenrust.
In dezelfde periode daalde het aantal vaste medewerkers tot twee en werd in april 1985 een uitvaartcentrum in Baarn geopend, waarmee het aantal opbaringen afnam tot ongeveer vijf per jaar.
In 1985 werd een semafoon aangeschaft, zodat de medewerkers beter bereikbaar waren. Deze semafoon werd in 1993 vervangen door een mobiele telefoon. Gedurende de jaren 90 werd een rouwkamer verbouwd tot kantoor om bezoekers beter te kunnen ontvangen.
In 1994 werd de eerste urnenmuur gebouwd, met 102 nissen, elk geschikt voor twee urnen.
Rond de eeuwwisseling werd de voorkant van de gebouwen bij de ingang opnieuw geschilderd, nadat eerder de koepel en het dak van het kantoor waren vervangen. Op 10 juli 2004 werd een vlindermonument onthuld. Toen de eerste urnenmuur vol raakte, werden in 2005 twee nieuwe rechte muren gebouwd.
In 2010 werd de aula grondig gerenoveerd, waarbij het in oude luister werd hersteld en geschikt gemaakt voor diensten tot 60 personen.
Veranderingen op de Begraafplaats: Een Historisch Overzicht
Historische Ontwikkelingen
Op 4 december 1918 werd een beheerder aangesteld voor de dagelijkse zaken op de begraafplaats.
In 1936 vond de eerste uitbreiding plaats, met daaropvolgende moderniseringen.
In 1947 werden verlichting en hekwerk aangelegd bij de aula en lijkenhuis.
Een tweede uitbreiding werd in 1950 ontworpen door de Heidemij.
De Eikenbosweg werd in 1951 hernoemd naar Wijkamplaan.
In 1968 werd 2,50 hectare grond van het Koninklijk Huis aangekocht voor verdere uitbreiding. Het woonhuis werd verbouwd tot een kantoor met twee rouwkamers.
De aula werd in 1974 opgeknapt en uitgebreid.
In de jaren '80 en '90 werden verdere moderniseringen doorgevoerd, waaronder het gebruik van mobiele telefoons en kantoorverbouwingen.
Begraven: Veranderingen en Innovaties
Tot de jaren '60 werden overledenen gedragen op een houten draagbaar, later vervangen door aluminium. En een rijdende baar.
Vanaf de jaren '60 werd een lift op oliedruk gebruikt om de kist te laten zakken, vervangen door een patentlift in 1972, en een nieuwe versie in 1999.
Tot 1973 werden graven van 2,10 (voor 3 personen) meter diep gemaakt; na die tijd werden graven van 1,80 meter(voor 2 personen) en 1,20(voor 1 persoon) meter gebruikelijk.
Een verordening in 1973 regelde het aanbrengen van gedenktekens en beperkte grafduur tot bepaalde tijd.
Kindergraven, 75 cm breed en 1,50 m lang, zijn voor kinderen tot 12 jaar, met opties voor familie- of algemene kindergraven.
Bij het graven van graven wordt aluminium bekisting gebruikt voor meer veiligheid, terwijl houten bekisting minder wordt gebruikt om instorting te voorkomen.
Graafwerk gebeurt zoveel mogelijk machinaal voor de veiligheid.
Algemene graven en familiegraven
Algemene graven: verschillende families kunnen hier worden begraven.
Goedkoper dan familiegraven.
Lengte: 2 meter, breedte: 1 meter. De ruimte per persoon is 1 bij 1 meter.
Geen grote gedenktekens toegestaan.
Familiegraven
Geschikt voor 2 personen uit een familie.
Optie om afstand te doen of te verlengen.
10 jaar na laatste begrafenis kan het graf worden geschud, waarna er weer 2 personen begraven kunnen worden.
Onderhoud door gemeente mogelijk, tegen betaling. Vanaf juli 2013 graven die nieuw zijn automatisch in onderhoud bij de gemeente.
Urnen
As verstrooien op speciaal grasveldje.
Urnen kunnen worden geplaatst in een gehuurd graf of bij een bestaand graf.
Urnenmuur: maximaal 2 urnen per kamer.
Bepalingen ten aanzien van gedenkstenen en beplanting op graven op de nieuwe algemene begraafplaats aan de Wijkamplaan 71 te Baarn:
Een gedenksteen (monument, zerk of ander gedenkteken) mag alleen worden geplaatst met toestemming van burgemeester en wethouders van Baarn. De aanvraag moet schriftelijk gedaan worden onder overlegging van een duidelijke tekening (ten minste 1:20) waarop het vooraanzicht, het zijaanzicht en de afmetingen van de te plaatsen gedenksteen zijn aangegeven, alsmede een omschrijving van de te gebruiken materialen en de tekst die op de gedenksteen wordt geplaatst.
Een staande gedenksteen mag over het algemeen niet hoger zijn dan 80 cm, gerekend vanaf het bestaande grondniveau, bij een minimale dikte van 6 cm. De banden mogen niet buiten de grafmaten uitkomen; de lengte is 200 cm en de breedte 100 cm.
Een staande gedenksteen op eigen kindergraven mag over het algemeen niet hoger zijn dan 60 cm en 40 cm breed, bij een minimale dikte van 6 cm. De banden mogen niet buiten de grafmaten uitkomen; de maximale lengte is 150 cm en de breedte is maximaal 80 cm.
Op algemene graven mogen uitsluitend liggende gedenkstenen worden geplaatst met een maximale lengte van 40 cm en een breedte van 60 cm, bij een minimale dikte van 6 cm.
Op het voor kindergraven bestemde gedeelte bedraagt deze breedte maximaal 50 cm.
Een liggende gedenksteen (zerk) mag niet langer zijn dan 200 cm en breder dan 100 cm, bij een minimale dikte van 10 cm. De fundering van een liggende gedenksteen dient van een zodanige afmeting te zijn dat zij de gedenksteen rondom 5 cm vrij laat uitsteken. De gedenksteen moet zo worden gelegd dat de hoogte boven het maaiveld van de voorzijde van de steen maximaal 20 cm en aan de achterzijde 30 cm bedraagt.
Liggende of staande gedenkstenen steunende op afzonderlijke banden mogen niet worden aangebracht zonder de steun van platen of randen van gewapend beton.
Beplanting op een graf mag tot een hoogte van ca 60 cm.
Bij speciale verzoeken of gedenkstenen die afwijken van de standaardmaten dient altijd vooraf overleg plaats te vinden met de beheerder van de begraafplaats. Het is belangrijk dat alle aanvragen schriftelijk worden ingediend en voorzien zijn van een gedetailleerde tekening, zodat de wensen duidelijk zijn en op de juiste manier gehonoreerd kunnen worden.
Daarnaast is het van belang dat beplanting op een graf altijd in overleg met de beheerder van de begraafplaats wordt uitgevoerd. Buiten de grafafmetingen mag geen beplanting worden aangebracht.
Bij afwijkende maten en andere bijzondere gevallen wordt verzocht vooraf een en ander te bespreken met de beheerder van de begraafplaats.
Nadere informatie kunt u verkrijgen bij de beheerder van de begraafplaats, die op werkdagen over het algemeen op de begraafplaats aanwezig is en telefonisch bereikbaar onder nummer 035 5412814.
Openingstijden van de begraafplaats:
Maart: 8.00 uur tot 18.30 uur
April tot en met september: 7.00 uur tot 21.00 uur
Oktober: 8.00 uur tot 18.30 uur
November tot en met februari: 8.00 uur tot 17.00 uur